AMSTELVEEN – Bij het oorlogsmonument aan de Amsterdamseweg zijn vanmiddag de militairen en burgers die zijn omgekomen door oorlogsgeweld herdacht. Door het coronavirus kan er dit jaar wederom geen openbare herdenking om 20.00 uur worden gehouden. De herdenking had daarom op een bescheiden manier plaats met een kleine groep.
Burgemeester Tjapko Poppens sprak de aanwezigen toe. Ook werd er een gedicht opgedragen door kinderburgemeester Elina. Daarna werden er kansen gelegd door onder meer de Stichting Herdenken Slachtoffers Nederlands-Indië, de bond van Wapenbroeders, Scholengemeenschap Panta Rhei en Amstelveen Oranje.
Toespraak burgemeester Tjapko Poppens 4 mei 2021 Beste aanwezigen, Fijn dat u hier bent. Wij zijn hier met een kleine groep bijeen. Vanwege corona ook dit jaar geen herdenking waar alle Amstelveners welkom zijn. Hopelijk volgend jaar weer. Vandaag herdenken wij met elkaar onze oorlogsslachtoffers. Alle mensen die in de Tweede Wereldoorlog, in Europa en Azië, omkwamen of hun leven gaven voor de vrijheid en veiligheid van anderen. We herdenken ook de mensen die stierven tijdens oorlogssituaties nadien of tijdens vredesmissies van de VN waaraan Nederlandse militairen deelnamen. Herdenken blijft belangrijk. De Tweede Wereldoorlog is onderdeel van onze geschiedenis. Het aantal mensen dat de oorlog heeft meegemaakt, wordt snel kleiner. Toch leeft de oorlog nog steeds in families. De pijn, het verdriet of het gemis worden vaak onbewust overgedragen aan volgende generaties. De oorlog laat ons niet los. Of is het andersom: laten wij de oorlog niet los. Hoe verhouden wij ons tot de oorlog? In 2021, 76 jaar na dato, is dat nog steeds een relevante vraag. Door met elkaar te herdenken maken we de oorlog en het oorlogsleed bespreekbaar. Door met elkaar te herdenken geven we betekenis aan ons verleden. Zo zei de koning bij zijn indrukwekkende toespraak vorig jaar op de Dam dat zijn overgrootmoeder, - in zijn eigen woorden: toch standvastig en fel in haar verzet -, te weinig oog had gehad voor bepaalde groepen. Die erkenning is, ook nu nog, ontzettend belangrijk voor volgende generaties. Nu de oorlog langer geleden is, kunnen we er met meer afstand naar kijken. Vanuit verschillende perspectieven, met meer nuance, soms zelfs kritischer, zoals de koning vorig jaar, maar zonder de generaties voor ons aan te klagen. Het helpt ons de oorlog gezamenlijk onder ogen te kunnen zien, een gedeeld beeld van onze geschiedenis te krijgen en ervan te leren. Daarom is het belangrijk de verhalen over de oorlog te blijven vertellen. Door verhalen kom je dichter bij de mensen van toen. Afgelopen december dook opeens een handgeschreven brief op van de Amstelveense Jules Schelvis, een van 18 Nederlanders die vernietigingskamp Sobibor overleefde. Hij vertelt in de brief aan zijn tante en oom hoe het leven in Sobibor was. “Het zal je wel pijn doen, dit alles te lezen,” schrijft hij. Zijn verhaal doet nog steeds pijn. Regelmatig ontmoet ik mensen die mij vertellen over de oorlog in Amstelveen. Dichterbij kan bijna niet. Het is belangrijk dat wij die verhalen doorgeven aan jongere generaties, zodat ook zij ervan kunnen leren. Onze kinderburgemeester Elina vindt dat ook en draagt zo een gedicht voor. Verhalen over de oorlog laten ons zien wat de verschrikkingen en ontberingen van oorlog zijn, waar discriminatie en haat toe kunnen leiden, waar mensen in extreme omstandigheden toe in staat zijn – in goede en kwade zin-, voor welke keuzes mensen stonden of juist niet meer hadden. Het zijn verhalen die ons een spiegel voorhouden, ons voor morele dilemma’s plaatsen en ons doen beseffen dat vrijheid niet vanzelfsprekend en zeker niet vrijblijvend is. In de huidige onzekere tijd geldt dat meer dan ooit. Daarom is het goed op momenten zoals dit stil te staan bij ons verleden, ons heden en bij al die mensen die omkwamen of hun leven gaven voor onze vrijheid. Dank u.