En toen kwam Ineke binnenlopen bij de wekelijkse bijeenkomst van Nieuwsplein De Keizer. Na een kopje koffie kwam ze los.
“Ik mis de bijdrage van onze wijkagent Jan Pieter Koopmans in de nieuwsbrieven,” zei ze tegen Caron, onze wijkcoach.
“Dat klopt” zei Caron: ”Ga jij hem maar interviewen…”
Ineke: U bent nu al 25 jaar wijkagent in het Keizer Karelpark; wat is er duidelijk veranderd?
J.P.: “De wijk is in snel tempo uitgebreid; het bevolkingsaantal verdrievoudigd. 25 geleden waren er meer scholen in de wijk, dus meer kinderen en die kinderen speelden nog op straat. Men communiceert nu vaak via ‘What’sapp’. Er werd gevoetbald in het Augustinuspark; nu wordt er cricket gespeeld.“
Ineke: In hoeverre integreren buitenlandse nieuwkomers. Is de taal een barrière? Moeten we Engels leren of gewoon proberen te communiceren in het Nederlands? Is dat eigenlijk niet wenselijk als men zich hier permanent wil vestigen: met name voor de kinderen?”
J.P.: “Nou, nou, je bent wel heel erg streng. Natuurlijk is het beter als er thuis, naast de eigen taal ook Nederlands wordt gesproken. Maar verplichten kan je dat niet”
Ineke: Iets anders: wat is het meest bizarre wat u heeft meegemaakt in de wijk?
J.P.: “Een half varken in een badkuip.“
Ineke: ???
J.P.: “Wij werden gewaarschuwd door buren van een man die overleden bleek te zijn. Bij binnenkomst troffen we een dode man, een grote hond en een half varken in een badkuip. Dat halve varken diende als voer voor de grote hond. Het stonk er, moet ik zeggen…”
Ineke: In de oktober-nieuwsbrief van Nieuwsplein De Keizer geeft u info over zogenaamde babbeltrucs. Dat blijft een zorg?”
J.P. : “Jazeker, ik raad, met name ouderen aan : ‘Wordt er gebeld? Kijk door de voorruit wie er voor de deur staat. Is het een onbekend persoon: bijvoorbeeld een leuke mevrouw met een bos bloemen; een keurige heer met aktetas: LAAT DE DEUR DICHT.”
“Bel de buurvrouw of buurman met wie u een goed contact heeft en vertel haar/hem dat er een onbekend persoon voor de deur staat.”
“Ik heb nog een verhaal, niet zozeer bizar als wel verdrietig. We worden gebeld door een mevrouw met de mededeling dat er is ingebroken en dat de inbreker nog in het pand is. We racen er naar toe. Bij binnenkomst blijkt de inbreker haar echtgenoot te zijn. Mevrouw is in de beginfase van dementie. Mijnheer moet zich identificeren…”
Ineke: Jan Pieter : u wordt heel erg bedankt. Mag ik volgende maand weer een babbel met u.
J.P.: “Tuurlijk!”
A chat with the local police-officer : Jan Pieter Koopmans
Ineke: “You have been on the beat now for 25 years already; quite a long time! You must have cycled miles and miles all through the Keizer Karelpark. Any remarkable changes over the years?
J.P.: “Sure. The population has grown. A lot of expats have come. Different nationalities. Many stay. Sometimes the language is a problem. Most of them speak English. Dutch is a difficult language te learn.”
“25 years ago there were many more schools in this neighbourhood; the children played in the streets; it was much more lively; now people often communicate by ‘What’sapp’. Earlier there was football in the Augustinuspark; now there is cricket.”
Ineke: “ As any language is. Isn’t it better for the children when Dutch is spoken at home, besides their own language of course”
J.P. “ Phew ; you are quite strict. But I agree with you.”
Ineke: “ You will stick to your bicycle, Jan Pieter ?”
J.P.: “You bet! It gives me the chance to have a talk with whoever wants to. I can safely say: ’I know what ’s going on in the Keizer Karelpark’. “
Ineke: “Thanks , Jan Pieter. It was a pleasure talking to you.
J.P.: “Likewise!”